Recensies

Recensie - Door leugens verleid - Peter Klerks

Recensie_Leugens.jpg

 

Hoe je fake news en andere vormen van manipulatie herkent en bestrijdt

 

Misschien is het motief van het boek nog best omschreven in de inleiding: “We zoeken naar waarheid en vinden leugens”.

Van Dale kent meer dan zestig alternatieven voor “misleiding” en Klerks gebruikt ze bijna allemaal. Na een overzicht van de beïnvloedbaarheid van de mens via psychologische operaties, past hij die inzichten toe op oorlogsvoering, vooral dan op WO I en WO II.

Hoe hij verder de complexe materie uitwerkt schrijft hij zelf op p.32. In hoofdstuk twee reikt hij een theoretisch kader aan, met een definitie van belangrijke begrippen en met voorbeelden uit 3 domeinen.

In hoofdstuk drie geeft hij de historische achtergrond. In hoofdstuk vier laat hij zien hoe psychologische technieken praktisch worden toegepast op neuromarketing, journalistiek, wetenschap en andere terreinen.

Hoofdstuk vijf behandelt juridische en ethische aspecten, terwijl hoofdstuk zes beschrijft hoe de samenleving zich kan verdedigen. Zeven biedt een analyse, geeft conclusies en een vooruitblik op de toekomst waarin sociale netwerken, reclames die u bereiken via algoritmes, nepnieuws, complotdenken, cybercrime, doxing en dies meer aan bod komen.

Het indrukwekkende boek is niet van het soort dat je snel even uitleest. Het is niet voor iedereen toegankelijk, al was het maar omdat hij de vele fragmenten in het Engels onvertaald laat.

Zelfs Dostojevski spreekt Engels (p.108). De rake citaten van Voltaire, waarmee hij elk hoofdstuk opent, staan er wél in het Nederlands. Het boek is geschreven in een zwaarwichtige stijl. Het is alsof je een college volgt met een inleiding waarin hij de krijtlijnen uitzet van wat hij in het hoofdstuk behandelt en meestal sluit hij af met een samenvatting waarin hij de essentie opnieuw verwoordt.

Het voordeel is duidelijkheid, het nadeel is een zekere saaiheid, die erg geïnteresseerde lezers nochtans niet zal afschrikken.

Als hij het heeft over landen die misleiding veelvuldig hanteren, dan zijn de

Russen nooit veraf. Met talrijke voorbeelden illustreert Klerks hun schurkachtig bedrog. Trump is natuurlijk hét voorbeeld van het zichzelf indekken met halve waarheden en leugens.

Klerks volgt de mainstream. Churchill is in zijn ogen een voorbeeldig staatsman: “… onconventionele ruimdenkendheid”(p.151), “De grote staatsman had het inzicht… zoals het een goede leider betaamt… ” (p.152), “Door zulk visionair en doortastend leiderschap...” (p.153).

In Het Vrije Woord van dec. 2020 las ik een bijdrage van Lukas De Vos waarin hij het volgende schrijft over Churchill: “...misdaden tegen de mensheid.

Heeft Churchill die niet op zijn geweten?”, “Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zou een forse kluif aan de zaak gehad hebben, een man die openlijk de uitmoording van ongewapende burgers beveelt – met drie keer meer doden dan in Srebrenica.”, “… dat Churchill al in 1939 een geheime operatie opzette om sabotage en aanslagen te plegen in Duitsland zelf”.

Het lijkt erop dat Klerks niet altijd streeft naar een objectieve invulling van de waarheid of de leugen, maar zijn eigen opinie geeft met regelmatig een “zou” of “naar verluidt”. Een voorbeeld daarvan op p.153: “Duitsers zouden naar verluidt geen humor hebben, terwijl Monty Python, Mr.Bean en Blackadder wereldberoemd zijn.”

Een ander voorbeeld van vooringenomenheid staat op p.265 over Monsanto en glyfosaat.

Bij hem lees ik dat de schadelijkheid onbetwist is, in het ledenblad van SKEPP: “er is voldoende aangetoond dat glyfosaat in vergelijking met andere onkruidverdelgers – ook degene die in de biolandbouw gebruikt worden – minder doorweegt op het milieu en de gezondheid en effectiever is”.

In een interview zegt Dirk Inzé: “Glyfosaat is op zichzelf onschuldig. In grote hoeveelheden is het toxisch, maar als je 20 liter water drinkt, ga je ook dood.” Carey Gillam wordt opgevoerd als een “journalist geviseerd door Monsanto”, terwijl ze in 2015 al ontslagen is door Reuters omdat ze Monsanto viseerde.

Door andere journalisten wordt ze een complottheoretica, activiste voor de Organic food lobby en/of geobsedeerde cherry-picking aandachtzoekster genoemd.

Ik voel me niet bevoegd om te besluiten dat de schrijver door leugens verleid is. Ik heb enkel al googlend wat opzoekingswerk gedaan over zaken waarvan ik iets afweet.

Klerks past dikwijls inzichten rechtstreeks toe op Nederland, wat zijn boek voor de Vlaamse lezers toch iets minder interessant maakt.

In de uitgebreide bronnenlijst vinden we – naast meer dan 500 Engelstalige werken – Johan Braeckman en Maarten Boudry: “De ongelovige Thomas heeft een punt”.

De begrippenlijst is zeker nuttig, de lijst met bronnen indrukwekkend. Het personenregister en het zakenregister vergemakkelijken het opzoeken.

 

Auteur: Peter Klerks

uitgeverij: Prometheus

IBAN: 978 90 446 4576 7

 

Recensente: Gerda Sterk, lid van VJV, SKEPP.

 

Wie at de éérste oester ? - Cody Cassidy

Oester.jpg

 

Het ware verhaal achter de belangrijkste ontdekkingen ooit


auteur: Cody Cassidy -uitgeverij Prometheus - ISBN 978 90 446 4632 0


Afgaande op de titel zou je denken dat het boek over triviale weetjes gaat. Niets is minder waar! Elk hoofdstuk bespreekt Cassidy een uitvinding/ontdekking die van vitaal belang bleek voor het voortbestaan en huidige succes van de homo sapiens.

Om een oester te plukken moest “Oestermeisje” weten wanneer het superlaag getij optrad. Op de zuidpunt van de Afrikaanse kust (waar archaeologen grote hopen schelpen vonden) is dat elke
maand gedurende een paar dagen een paar uur. Ze was dus ook nog de eerste astronoom.


Het hoofdstuk daarvoor behandelt de beheersing van het vuur. Dat is een ontdekking waarvan we het belang elke dag ondervinden, maar er is méér. Niet alleen waren de juiste stenen (pyriet)vereist, de homo habilis moest uitdokteren hoe het vuur brandend te houden.


Door het eten van gekookt voedsel kregen we meer calorieën binnen, veranderden onze tanden, werden de magen kleiner, de darmen korter en groeiden onze hersenen, zodat we
nog méér gekookt voedsel nodig hadden. Cassidy wijst erop dat het beheersen van vuur zich niet enkel beperkte tot eetgewoontes. Slapen rond het vuur was veiliger. De mensen
waren bijna hun vacht verloren, dus was de warmte welkom.

Samen rond een vuur zitten nodigt uit tot verhalen vertellen... Wie stookte dat eerste vuurtje? Wie dronk het eerste bier? Wie was de eerste ruiter? Wie tapte de eerste mop?


De auteur schetst de wereld van onze voorouders. Hij speculeert, maar op grond van gegevens die hem aangereikt zijn door specialisten ter zake. Een blik op Bronnen laat zien dat hij tientallen wetenschappers interviewde en/of hun boeken las. Het boek is een mengeling van evolutionaire biologie, archeologie en antropologie en dat allemaal gepresenteerd in een erg prettige, soms ronduit humoristische verwoording.


Een tijdlijn geeft aan wanneer de uitvinding vermoedelijk plaats vond. Een landkaart laat zien waar dat gebeurde en wanneer. Elk van de 17 hoofdstukken begint met een klok en de
woorden: “Als de tijd die onze soort op aarde rondloopt een dag was, vond dit plaats o  ... minuten voor middernacht (x jaar geleden)”.

Een rudimentair landkaartje geeft de plaats aan. Hij beantwoordt niet alleen de titelvraag, hij bouwt er een onderhoudend verhaal rond. Hij introduceert een persoon, legt uit waarom het een vrouw of een man was, maakt die levensecht door haar of hem een naam te geven, schildert de omstandigheden waarin de ontdekking gedaan werd en de gevolgen ervan voor de homo sapiens.

Soms kijkt hij naar andere dieren: doen chimpansees dit of dat ook?


“Wie schilderde het eerste meesterwerk?” heb ik gelezen met de rotsschilderingen uit de Chauvet-grot erbij (Google maakt dat tegenwoordig eenvoudig) omdat Cassidy zich ontpopt tot een interessante kunstcriticus. Tegelijk laat hij in elk hoofdstukje zien dat de prehistorische mens absoluut niet die domme holbewoner kan geweest zijn die wij ervan gemaakt hebben. Integendeel, uit elke ontdekking blijkt dat er dikwijls een Da Vinci- achtige Uomo universale tussen zat.

Wat de allereerste uitvinding was, zo’n 3 miljoen jaar geleden, zal de lezer(es) verrassen. Ik verklap het niet, enkel dit: deze ontdekking (en al de anderen) is gebaseerd op eenwetenschappelijk onderbouwd uitgangspunt, maar zo prettig en duidelijk verteld dat je geen universitair diploma nodig hebt om het te lezen en te begrijpen!


Recensente: Gerda Sterk, lid van HV, VJV, SKEPP

Het Drielichamen probleem - Liu Cixin

download.jpg

 

Het Drielichamenprobleem is het eerste van een trilogie uitgestrekt over ruimte en tijd. Het voortbestaan van de aarde en dus van de mensheid staat op het spel. In die
zin vertelt dit boek niks nieuws, bijna elke science fictionfilm draait om dit gegeven.


De eerste hoofdstukken dompelen ons onder in de Culturele Revolutie van 1967 en voor zover ik dat – Google gewijs – kan verifiëren is dat geen SF, maar bikkelhardewaarheid. Strijdsessies viseerden de vijanden van de nieuwe orde, bv. wetenschappers. Om tegelijk het volk op te voeden, werden ze voor een menigte gezet die meehielp om hen verbaal en fysiek te vernederen en te kwellen tot ze hun “misdaden” bekenden.

 

Zo ziet Ye Wenjie, één van de voornaamste hoofdpersonen, hoe De Rode Garde haar vader doodslaat, opgehitst door het volk. Deze ervaring zal uiteindelijk over het lot van de aarde beslissen! Het speciale in dit boek is dat een later onderzoek van Wang uitmondt in een online game waarbij het niet duidelijk wordt of de dreiging reëel is of virtueel.


Dit boek valt te situeren tussen “hard sci-fi” en “soft sci-fi” (véél wetenschap of bijna geen wetenschap). Cixin demonstreert een grote kennis van deeltjesfysica, moleculaire biologie, snaartheorie (in het boek “snarentheorie”) en computer science. Het komt allemaal van pas enkel al om de titel te verklaren.

De Trisolaranen moeten namelijk een oplossing vinden om de effecten van de werking van drie zonnen te bestrijden en gelukkig voor hen (pas op p. 272) is er een planeet die
contact met hen maakt (Aarde!) en beginnen ze aan de voorbereiding om die te stelen. Voor een leek is de wetenschappelijke uitleg niet altijd gemakkelijk te volgen. Kenners zeggen dat de uitleg nooit saai wordt, sommigen vinden het nonsens, anderen roemen dan weer de juistheid ervan.

Ik hou van een goed omkaderd verhaal met hoofdpersonen met wie ik kan meeleven en die ontbreken zo goed als volledig. Cixin heeft een afstandelijke verteltrant, zonder al te veel
positieve menselijke gevoelens te benadrukken. De dialogen zijn eerder schrijftaal en er wordt redelijk wat “les gegeven”, maar er zijn zeker ook filosofische en poëtische beschouwingen.
Liu is de bekendste SF-auteur van China.

Hij is al meermaals bekroond, onder meer met de prestigieuze Hugo Award voor dit boek. Het werk werd geschreven in 2006, naar het Engels vertaald in 2015 en op die vertaling is de Nederlandse van 2020 gebaseerd. De voetnoten zijn van Liu en maken de Chinese geschiedenis voor de Westerse lezer wat duidelijker.


Een bedenking. In Wikipedia lees ik: “de politieke opvattingen van Liu sluiten nauw aan bij die van de Chinese regering. In een interview in 2019 in The New Yorker uitte hij zijn ondubbelzinnige steun voor het beleid zoals de heropvoedingskampen

in Xinjiang en de eenkindpolitiek.” Na het lezen van de eerste hoofdstukken is de lezer doordrongen van het gevaar dat iedereen bedreigde die het niet eens was met
de leiding.

Zou dat al veranderd zijn?


Recensente: Gerda Sterk, lid van VJV en SKEPP

 

Boekrecensie - 1001 Nacht - Een Hervertelling - Kader Abdolah

1001_Nacht.jpg

 


Iedereen weet dat Sheherazade haar verhalen aan de machtige koning moest vertellen om aan de dood te ontsnappen. De vorst was bedrogen door zijn echtgenote en vertrouwde geen enkel meisje meer.

Omdat hij niet van plan was zich het genot te ontzeggen dat een jonge maagd hem kon geven, had hij een goede oplossing bedacht: hij liet het meisje
vermoorden na de eerste “huwelijksnacht”. Niemand kon de koning tegenspreken en dus zou er al snel een tekort aan huwbare vrouwen zijn, ware het niet dat Sheherazade
onbevreesd haar groot talent inzette: zij was mooi, maar ze was vooral een uitstekend vertelster.

Elke avond eindigde ze het verhaal met het vooruitzicht op een spannend vervolg, zodat de koning haar spaarde. De auteur is in Iran opgegroeid met deze verhalen, schrijft hij in zijn inleiding, al las hij vroeger telkens maar een paar bladzijden. Daarvoor geeft hij geen reden, maar het zijn natuurlijk geen kinderverhalen, het zijn wel degelijk sprookjes voor volwassenen. In nogal wat verhalen gaat het over verliefd worden, lust, macht, ontrouw, mishandeling en moord, meestal met een onderliggende boodschap.

De auteur legt op blz. 170 uit dat het in hoofdzaak gaat om “de eenvoudige mens van levenservaringen te voorzien”. Zoals het voor sprookjes betaamt treden er bovennatuurlijke krachten in werking. Het verschil met Europese sprookjes is dat er niet alleen tovenaars en heksen optreden, maar ook duivels en djinns die je in flessen kan
opsluiten of ze op eigen risico kan bevrijden.

Een verschil is ook dat God nooit veraf is, maar pas ten tonele verschijnt nadat “het lot” het leven van een mens heeft doorheen gegooid.


Abdolah plaatste op de kaft: “EEN HERVERTELLING” en dat is wat hij doet. De intriges blijven behouden, maar ze zijn aan de moderne lezer aangepast wat stijl en taal betreft. De
eerste uitgaven (bv. de bekende Antoine Galland, die hij vermeldt op p. 154) zijn zo stroef geschreven, dat het lezen een opgave wordt. Opvallend zijn andere aanpassingen. Zo viel
me op dat in de Galland-vertaling staat: “ “Masoud!Masoud!” en terstond klom er een andere zwarte uit de kruin van een boom... .” Bij Abdolah klimt de slaaf/dienaar niet uit
een boom (!) en is hij niet zwart: “De sterke Masoud kwam opnieuw vanachter de bomen te voorschijn.”


Kader Abdolah last regelmatig bedenkingen en uitleg in, zodat zijn boek nog méér “een kruispunt wordt van Oost en West” dan de oorspronkelijke Franse en Engelse vertalingen.
De lezer zou bv. nooit opmerken dat er achter de verhalen als een onzichtbare rode draad de altijd durende politieke spanning tussen de Arabieren en de Perzen aanwezig is (p. 281).
Hij eindigt met de mededeling dat hij niet alle verhalen heeft opgenomen, maar er bewaart voor deel II.


Kader Abdolah is een schrijversnaam. Hij vluchtte uit Iran in 1985 en kwam in Nederland terecht. Op p.281 schrijft hij: “Ik zie dit hervertellen als het werk van een schrijver in
ballingschap, ... en geleidelijk aan besefte ik dat ik eigenlijk de Nederlandse taal geleerd heb om dit werk te doen.”


Gerda Sterk, lid van VJV, SKEPP

2020 Kader Abdolah
2020 Prometheus Amsterdam
www.uitgeverijprometheus.nl
ISBN 978 90 446 3896 7

Boekenrecensie - 'Benedendeks' - Sophie Hardcastle

123587728_352893495978338_6775642503887222269_n.jpg

 


Als je “literaire roman” op de cover ziet staan, dan weet je dat het niet alleen om een verhaal gaat, maar dat de auteur ook belang zal hechten aan de taal, de beschrijvingen, de beeldspraak. De jonge Australische (1993) heeft het vooral gezien in kleuren.

Op de eerste bladzijde van het verhaal lezen we: “twee is rood en negen donkerroze; drie is verontrustend groen en nul is nietszeggend wit”.

Deze synesthesie trekt ze door in het hele boek.

Ze schildert als het ware een canvas met gevoelens, waarnemingen en kleuren. Met “is ademhalen een keuze?” en “op zee hoort niemand je schreeuwen” spreidt ze een dreigende schaduw uit over de rest van het verhaal.


In verschillende korte hoofdstukken leidt Hardcastle ons door een belangrijke periode in het leven van de pas afgestudeerde Olivia.

De jonge vrouw wordt kotsmisselijk wakker op een schommelende boot en herinnert zich niet veel meer van de avond, behalve dat ze te veel gedronken heeft en fel geruzied heeft met haar vriend. Per geluk is haar redder de betrouwbare Mac en zijn blinde vriendin die haar in de volgende hoofdstukken op sleeptouw nemen en haar leren zeilen.

Vier jaar later vinden we Oli, die intussen bedreven is in de taal van de zee, terug op een yacht op weg naar Auckland in het gezelschap van 5 mannen.

Ze leert hoe gevaarlijk de situatie is voor een vrouw alleen en dat de open zee een vijand is als niemand je hoort schreeuwen. Wat ze meemaakt veroorzaakt fysische en psychologische schade en pas in de laatste hoofdstukken kan ze in een gezelschap van vrouwen eindelijk onder woorden brengen wat haar overkwam.

Hardcastle brengt in beeld wat een dagelijkse realiteit is: verkrachting en huiselijk geweld. De mannen van de zeilboot vergoelijken hun gedrag door bijvoorbeeld te zeggen dat vrouwen aan boord van een schip ongeluk brengen, of dat Olivia het zelf uitlokte (ze is zo mooi), of dat het een bewijs van hun liefde is.

Vrouwen van hun kant schamen zich alsof ze zelf schuld hebben aan het seksueel misbruik, omdat ze “niet gewoon geschreeuwd hebben”
Verwacht niet dat Olivia de perfecte man zal tegenkomen die haar het trauma kan doen vergeten, integendeel bijna, Hugo brengt alle donkere ervaringen weer tot leven ondanks
zijn liefdevolle, tedere benadering. De heling in deze feministische roman komt van de liefde en de steun van vrouwen die iets soortgelijks hebben meegemaakt.


In een interview zegt Hardcastle dat ze het idee voor dit verhaal opvatte na een gesprek met vrouwen die ooit met een mannelijke crew de zee opvoeren.

Zij vertelden haar: “ Je moet weten met wie je de zee kiest.

Je moet ze met je leven kunnen vertrouwen, want op zee hoort niemand je schreeuwen. Als er iets mis gaat op een schip, dan gaat het heel snel heel erg mis”


Het is een mooi, aangrijpend verhaal over een schrijnende ervaring, het ontdekken van identiteit, het diepgaande genot dat de dialoog met de zee kan schenken.

Er zijn een paar verwijzingen naar klimaatverandering en kunstbeleving.


Voor iedereen die van een boek (nog) méér verwacht dan een goed verhaal.

  • Sophie Hardcastle: Benedendeks
  • Uitgegeven bij Prometheus (ISBN 9789044642926)
  • Prijs: 21,99 euro
  • Steun de boekhandel, en koop dit boek lokaal!

Gerda Sterk, lid van VJV en SKEPP

Voor CIB - Didier De Wever