Recensies

Vrede in het na-christelijk tijdperk

b_800_600_0_0_0_images_artikelfotos_oktober2022_duif.png

 

 

 VREDE IN HET NA-CHRISTELIJK TIJDPERK

Het boek dat niet mocht worden uitgegeven

met een voorwoord van Jim Forest

 

auteur: Thomas Merton

categorie: non-fictie

uitgeverij: DAMON 2022 (Nederlandse vertaling)

eerste verschijning: 2004

ISBN 978 94 6340 338 2

beoordeeld door: Gerda Sterk

XXXXX

Oorlog in Oekraïne

Deze vertaling verschijnt op het juiste moment, al is de vraag: "Wat moet de houding van een christen zijn in verband met oorlog?" van alle tijden. De schrijver is een Amerikaanse trappistenmonnik, die na het leiden van een eerder liederlijk leven toetrad tot een contemplatieve orde. Hij schreef meerdere boeken, die gretig gelezen werden, maar tegen dit boek - geschreven in 1962 - had zijn abt-generaal bezwaren: hij verbood de publicatie. Helaas is het onderwerp brandend actueel: oorlog voeren met kernwapens kan gelijk staan aan de algehele vernietiging van de beschaving! Hoe het toch gepubliceerd kon worden lezen we in het voorwoord van zijn vriend Jim Forest en in dat van Patricia A. Burton.

Na-christelijk tijdperk

Ook in 1962 was de invloed van de Kerk tanend en nu is het geloof voor velen een façade geworden. Merton toont aan met voorbeelden uit de bijbel dat elke rechtgeaarde christen tégen oorlog en voor vrede zou moeten zijn, maar dat velen - als het hun uitkomt - integendeel spreken van een "gerechtvaardigde oorlog", alsof die zou bestaan. In verschillende hoofdstukken richt hij zich tot de gewone gelovige, tot de theologen, tot pausen, tot machtshebbers... Hij heeft altijd dezelfde boodschap: in Gods naam: praat, onderhandel, zoek samen oplossingen, maar start geen oorlog! Hoofdstuk 3 draagt de macabere titel "De dodendans". Herman Kahn verdedigde tijdens de Koude Oorlog dat geloofwaardigheid het doel is en dat we de vijand moeten overtuigen dat we onverbiddelijk gebruik zullen maken van kernwapens. Om de vrede te bewaren?! "Er komt een dag dat iemands bluf zal beantwoord worden, misschien op een heel drastische manier" (p.71) en dat onschuldige weerloze burgers afgeslacht zullen worden.

Koude oorlog

Merton had twee wereldoorlogen meegemaakt. Hij schrijft over de Amerikaanse atoombommen op Nagasaki en Hiroshima, over de verschrikkelijke brandbommen op Tokio en op een 50-tal andere Japanse steden, over de vernietigingsbombardementen op Duitse steden. Hoofdstuk 7 heet "Gerechtigheid in een moderne wereld" en is akelig om te lezen. Natuurlijk is het doden van burgerslachtoffers nooit te kaderen in een "rechtvaardige oorlog", maar de redenering van Merton volgend, kunnen we alleen maar besluiten dat de Amerikaanse overheid alles verantwoordde met de doelstellingen: onvoorwaardelijke overgave afdwingen en het moreel van de vijand breken.

Hij heeft het ook over "preventieve oorlogen" zoals die in Irak om dan argumenten te geven over de onredelijkheid ervan en hun intrinsieke gevaar nu in veel landen kernwapens gereed liggen.

Vervang communisme door terrorisme

Merton  geeft als voorbeeld van "de vijand" het communisme, omdat hij zijn bedenkingen schreef in het midden van de Koude Oorlog.  Hij spaart de kritiek op zijn eigen land niet, maar moest een naam plakken op de vijand om volledige censuur te vermijden. Nu zouden we misschien eerder spreken van het terroristische gevaar.

Zijn waarschuwingen zijn voor elke weldenkende burger voor de hand liggend, maar het is niet slecht dat hij het gevaar van een kernoorlog benadert vanuit de rede, de woorden van Christus, vanuit zichzelf, onze menselijkheid, Machiavelli, Augustinus, Origenes, Celsus en vele anderen.

Noot van de uitgever

De tekst wordt gepresenteerd met een minimum aan redactie, wat niet altijd eenvoudig was omdat de tekst oorspronkelijk in een gestencilde versie bewaard gebleven is. Merton zelf veranderde en herschikte zeer dikwijls. De voetnoten zijn deels van Merton, deels van de uitgever.

 

 

 

Recensie boek 'De Fake News Files'

Fake_News.jpg

 

 

 

De Fake News Files: Onthullingen van een Bullshit Detective
Auteur: Maarten Schenk
Non-Fiction
Uitgeverij: Lannoo
ISBN: 978 94 0147 686 7
Beoordeeld door: Joris De Draeck, Onafhankelijk Journalist

 

 

“Vals nieuws” werd één van de meest populaire verwijten van de afgelopen jaren. Het zoeken naar duiding over wat het is en waar het vandaan komt, is noodzakelijk. Immers, indien we bepaalde berichten te snel als “vals nieuws” zouden bestempelen dan kan dat perspluraliteit in gedrang brengen en die is noodzakelijk in een democratie. Positie en oppositie moeten met elkaar in conflict.

De auteur Maarten Schenk is de oprichter van Lead Stories, één van de vele (Westerse) fact checkers die door allerlei tech-giganten aangesproken werden om berichten te verifiëren. Hij kreeg eveneens de Zesde Vijs van SKEPP, een organisatie die als doel heeft feit van fictie te onderscheiden. Indien iemand weet hoe de vork in de steel zit, dan moet hij het zijn.

De inleiding

Je zou verwachten dat de introductie tot dit geladen onderwerp een omkadering zou inhouden: een duiding bijvoorbeeld van hoe “vals nieuws” populair wordt samen met een definitie ervan. Spijtig genoeg gebeurt dat niet. De eerste pagina’s van het boek staan bol van de eerste-persoonsvorm (“ik” wordt niet minder dan 8 keer herhaald in de eerste vier zinnen) en een herhaling van de woorden “straffe verhalen” die de auteur zelf zo beschrijft gezien hij ze zelf meemaakte.

De achterflap van dit boek meldt Lead Stories duidelijk, dus is het gepast dat het eerste voorbeeld van een viraal gegane fact check aangehaald wordt; die ging over de vermeende dood van “Slim Jesus”. Naar alle waarschijnlijk is dat niet iemand die gekend is bij de lezers van Schenk’s boek. Dat is logisch ook: die eerste fact check is immers enkel maar te duiden als “hoegenaamd niet relevant op het wereldtoneel”.

Pas in het vierde hoofdstuk krijgen we enige achtergrond hoewel de titel van het hoofdstuk “Trump vs. Clinton” de lading niet dekt. Schenk gaat dieper in op hoe websites, kliks en advertenties in verhouding staan met adverteerders en sociale media. Is het boek vertrokken?

Waarom het boek interessant is…

In zekere zin wel. Schenk legt uit hoe de voornoemde variabelen in de loop van het laatste decennium interageerden en hoe technologie – zoals zijn eigen Trendolizer - gebruikt werd (en wordt) om viraal-gaande berichten snel te identificeren. Die blik achter de schermen is relevant: het laat de lezer immers toe om zich een idee te vormen van (a) hoe de huidige journalistieke wereld “nieuws” traceert en verzamelt, en (b) hoe de internettechnologie op zich in staat is om viraal-gaande berichten nagenoeg binnen het uur te ontdekken. Schenk gebruikt daarvoor de nodige anekdotes van viraal gegaan nepnieuws en deelt ons zijn ervaringen met enkele individuen die dat nepnieuws, uit winstbejag, actief creëren en creëerden.

De voorbeelden variëren: een zekere Christopher Blair komt aan bod die door sommigen als de “uitvinder van vals nieuws” bekeken wordt. Een andere genaamd Paul Horner verspreidde bijvoorbeeld het bericht dat hij Banksy ontmaskerd had. Akesse Sanza is een Ghanees entrepreneur die centen verdiende met het creëren en verspreiden van nepnieuws, terwijl de “Macedonische tieners” bijna als rode draad door het boek herhaald worden. En toch schort er iets aan het boek of aan mijn verwachtingen ervan. Mogelijk wordt dat ingelost wanneer de meer heikele onderwerpen zoals Trump, BLM of Covid worden aangehaald want, voor de meesten, lijkt dat het moment geweest te zijn wanneer “vals nieuws” op de radar verscheen; een observatie die je kan nagaan met Google Trending…

Waar het boek tekort schiet…

De beslissing van wat “vals nieuws” is of niet is, is maatschappelijk relevant wanneer het de écht grote vraagstukken van deze tijd behandelt. De problemen met een wereldwijde impact zoals Covid, Trump, de op nieuwe technologie gebaseerde vaccins, de presidentiële verkiezingen van 2020, de impact van BLM (Black Lives Matter) enz. Het is hier dat Schenk carrément de kant kiest van de gevestigde orde die de laatste jaren nogal graag het begrip “consensus” hanteert om dissidente stemmen te discrediteren – zoals alle fact checkers deden en doen. En, hoe je het ook draait of keert, bij al die onderwerpen zijn zéér terecht vragen te stellen terwijl Schenk in zijn boek anekdotes gebruikt die eerder kleinschalig te noemen zijn (hoewel ze wél een impact kunnen gehad hebben op een beperkte groep hoor; daar niet van).

Een open discussie in onze samenleving van die grote onderwerpen is hoogstnoodzakelijk. Bij gebrek eraan zou de politiek immers beslissingen kunnen nemen die in lijn zijn met de publieke opinie. Indien die publieke opinie slechts gevormd wordt op basis van eenzijdige informatie omdat fact checkers de fout zouden maken iets te snel als “nep” te bestempelen, dan zit onze maatschappij met een probleem. Schenk gaat deze confrontatie echter niet aan.

Conclusie

Maarten Schenk’s boek is interessant indien je wil weten hoe de fact checkers tot de onderwerpen komen die viraal gaan, welke technologie ze ervoor gebruiken en hoe de “fact check” netwerken  geïntegreerd werden met “big tech”. Aan de hand van zijn ervaring beschrijft de auteur zijn persoonlijke verhaal van ongekende nerd tot enigszins bekende speler als detective van “bullshit” zoals hij zelf in de titel schrijft. Mij gaat dat echter niet ver genoeg.

De controversiële onderwerpen blijven grotendeels buiten schot hoewel enkele hoofdstukken de titel dragen. Ze worden aangekaart met de stelligheid die we gewoon zijn geworden: Trump is slecht, covid is apocalyptisch zonder de vaccins, BLM betekende enkel een spontaan optreden tegen racisme en de verkiezingen van 2020 waren legitiem. Misschien was mijn verwachting te hoog en / of te vooringenomen als onafhankelijk journalist die zich niet van de indruk kan ontdoen dat er bij die zware onderwerpen zéér terechte vragen kunnen gesteld worden die door “fact checkers” steevast en bijna vanzelfsprekend naar de prullenmand verwezen worden.

De Fake News Files is eerder luchtig en zelfingenomen, geschreven door een man die zijn roeping (en inkomen) duidelijk gevonden heeft. Een ethisch-filosofische benadering van voor en tegens van “fact checkers” is het geenszins wat ook blijkt uit de observatie dat niet één van zijn anekdotes gaat over fouten die ze, statistisch gezien, ongetwijfeld maken. Zelfs een grote redactie moet af en toe correcties schrijven. Dat gebeurt hier niet.

 

Joris De Draeck

Recensie boek 'De Patroonzoekers'

b_800_600_0_0_0_images_artikelfotos_oktober2022_Test.jpg

 

 

 

 

de patroonzoekers

een nieuwe theorie over de menselijke vindingrijkheid

 

auteur Simon Baron-Cohen

categorie non-fictie

uitgeverij Nieuwezijds 2022

ISBN 978 90 5712 566 9

beoordeeld door Gerda Sterk

XXXXX

 

Soms zijn het de mensen bij wie niemand zich iets voorstelde die dingen doen die niemand zich kon voorstellen (Alan Turing. The Imitation Game)

 

De Engelse titel toont waar het de auteur om te doen is: The Pattern Seekers. How Autism Drives Human Invention. (2020) De Nederlandse vertaling heeft het onderwerp breder opengetrokken.

 

Opgedragen aan autistische mensen

Dat is de opdracht op de eerste bladzijden van het boek. Baron-Cohen zal proberen aan te tonen hoe belangrijk de mensen met deze "afwijking" waren voor de vooruitgang van de wereld en hij pleit voortdurend voor méér begrip en vooral waardering voor autisten vandaag.

Thomas Edison is een hypersystemiseerder

De uitvinder van o.a. de gloeilamp had alle kenmerken van autisme. Zijn sociale vaardigheden waren gebrekkig, maar overal speurde hij naar patronen en systemen. Als kind al voerde hij obsessief experimenten uit en hij stopte nooit. De auteur voert hem dikwijls op als voorbeeld, al is niet bekend of hij inderdaad autisme had.

Het systemiseermechanisme

70.000 tot 100.000 jaar geleden ontwikkelde zich in ons brein het systemiseermechanisme dat gestuurd wordt door als-en-dan patronen. Daarmee sloeg Homo Sapiens een andere weg in dan de rest van de dierenwereld, veroverde de aarde en is zelfs nu in staat om die aarde met bijna al wat erop leeft te verwoesten. De mens stelt zich vragen, formuleert een hypothese en toetst die aan de werkelijkheid door herhaaldelijk experimenteren. Als er een patroon gevonden wordt, wijzigt hij/zij het en toetst het in in een cyclus. Kort gezegd: observeren, modelleren, experimenteren.

Waarom apen niet skateboarden

Zo werkt wetenschap, zo worden uitvindingen gedaan, zo vinden we nieuwe en betere medicijnen. Herhaaldelijk vergelijkt Baron-Cohen de Homo Sapiens met zijn voorgangers en met andere dieren. En ja, dieren bouwen kunstige nesten maar die zullen ze nooit veranderen. Apen gebruiken werktuigen. Per toeval ontdekten ze de mogelijkheden van een steen of een tak, gaven die kennis zelfs door aan nakomelingen, maar kwamen nooit op het idee om dat werktuig te verbeteren. De auteur staaft zijn beweringen met onderzoek en met vermelding van de vorsers die het ontdekten.

Revolutie in het brein

Het gebruik van taal en de mogelijkheid om je in te beelden wat er in het hoofd van je medemens omgaat, betekende een enorme stap voorwaarts in de evolutie van de mensachtige. In deze hoofdstukken overloopt de schrijver de geschiedenis van drie van onze voorouders en vindt nergens de aandrang tot experimenteren. Homo Sapiens begon ergens tussen 70.000 en 100.000 jaar geleden te experimenteren en zaken uit te vinden. Archeologen vinden overal aanwijzingen: gravures, kralen, pijl-en-boog.

Neig je tot systemiseren of empathiseer je méér?

Hij legt uit welke twee grote persoonlijkheidskenmerken hij ziet en geeft op het einde twee vragenlijsten waaruit je kan opmaken waar jij zelf zit. Dan kan je je breintype berekenen. Als je een hoog systemiseerquotiënt hebt, loont het de moeite om ook je autismespectrum te onderzoeken in bijlage 2.

Lezen?

Het bovenstaande klinkt misschien theoretisch en saai, maar dat komt omdat Baron-Cohen het veel beter kan uitleggen dan ik! Hij gebruikt toegankelijke taal, soms humor, schematische voorstellingen en veel voorbeelden van alledaagse gebeurtenissen die hij ontleedt.

De vertaler gebruikt voor "systemizer" de vertaling "systemiseerder" en niet "systematiseerder". Dat woord en afgeleiden worden 'tig keren gebruikt, wat mij telkens een seconde kostte om het (in gedachten) te lezen! Er worden regelmatig inzichten herhaald, wat sommigen overbodig zullen vinden, maar ze duiken telkens in een andere context op, zodat het verhelderend werkt.

Het laatste hoofdstuk wijdt hij expliciet aan het "cultiveren" van de uitvinders van de toekomst, m.a.w. het is hoog tijd dat we mensen met het autismespectrum waarderen voor wie ze zijn. Misschien hebben ze nul sociale vaardigheden, maar hun systemiseermechanisme of patroonzoeken is van onschatbare waarde. Dikwijls vinden ze geen werk omdat hun gaven niet worden herkend. De werkgever heeft geen idee van neurodiversiteit en staart zich blind op de "abnormale" houding van de sollicitant. Autisten die dit boek lazen, bevelen het in hoge mate aan, vooral aan werkgevers, maar evengoed aan iedereen die "ons, weirdos" een plaats wil geven in de maatschappij.

Zeer uitgebreide Noten

Soms vind je in de noten achteraan nog veel meer uitleg of minstens een verwijzing naar andere auteurs die Baron-Cohen raadpleegde. Ook de index kan helpen om snel iets op te zoeken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Recensie Boek - Het Verborgen Gevaar

b_800_600_0_0_0_images_artikelfotos_april2022_Gevaar.png

 

HET VERBORGEN GEVAAR

Sekten in België en hun infiltratie in de samenleving

Auteur: Johan Detraux

Categorie: non-fictie

Uitgeverij: Borgerhoff & Lamberigts, 2021

IBSN: 9789463935913

Beoordeeld door: Gerda Sterk, lid van HV, SKEPP, VJV

Waardering boekreview: XXXX

 

DE ORDE VAN DE ZONNETEMPEL.TRANSIT NAAR SIRIUS: OVERTOCHT VAN DE ONTWAAKTEN EN ONSTERFELIJKEN VIA DE DOOD.

 

 

Titel en ondertitel spreken voor zichzelf: sekten kunnen gevaarlijk zijn. Detraux zal uitleggen dat ze niet allemaal een dreiging vormen, maar dat er schrijnende voorbeelden zijn van sekten die het presteerden hun volgelingen de dood in te jagen, zogezegd voor hun eigen heil.

Jihadisten

Sinds 2014 zijn organisaties OCAD en de VSSE (Belgische Veiligheid van de Staat) vooral gespitst op jihadistische terreurdreiging en hebben ze de gevaren die sektarische ontsporingen meebrengen wat opzij geschoven. Detraux toont met talrijke voorbeelden aan dat die gerustheid niet terecht is. De klachten van slachtoffers van sekten worden helaas meestal geklasseerd door de parketten.

Gelaagde ervaringen

De auteur zal het niet hebben over financiën, maar over de psychologie die op de achtergrond speelt. Omdat hij behalve psychologie ook studies gedaan heeft over godsdienstwetenschappen en vooral vergelijkende godsdienstwetenschappen, kan hij aan ons uitleggen wat er zich achter de façades van de sekten afspeelt. Wat nóg belangrijker is in dit geval: hij is ooit lid geweest van de Getuigen van Jehova en is later hulpverlener geworden, zodat hij nu zijn wetenschappelijk inzicht als ervaringsdeskundige kan inzetten.

De Getuigen van Jehova

In hoofdstuk 1 omschrijft Detraux hoe hij tot deze sekte toetrad. Hij was bij de besten van zijn klas, dus het vooroordeel dat vooral domme mensen zoiets doen ontkracht hij meteen. Hij geeft psychologische duiding bij wat wél bijdroeg en lijst zelfs op wat persoonlijke, sociale en familiale risicofactoren zijn. Vanuit zijn eigen ervaringen kijkt hij naar, bijvoorbeeld, Ufo-sekten.

Dan legt hij uit hoe hij zich kon losmaken en hoe moeilijk dat voor hem was en is voor iedereen die zich wil laten "ontdopen".

Transit naar Sirius

In hoofdstuk 2 maken we kennis met de"Orde van de Zonnetempel", een luguber verhaal en niet het laatste. Het maakt duidelijk hoe vernietigend de denkbeelden van een sekte kunnen werken. Daarom werd in 1999 een Informatie- en Adviescentrum inzake Schadelijke Sektarische Organisaties(IACSSO) opgericht, waarin Detraux zetelde van 2007 tot 2020. Andere hulpverlenende groeperingen volgden. Er werden wetten gestemd om bedrieglijke, manipulerende wervingsmethoden te kunnen vervolgen.

Psychotherapeutische sekten

Dit zijn de moderne tegenhangers die zogezegd onmiddellijk een oplossing geven aan degenen die zoeken naar een beter psychisch en/of somatisch welzijn. Vooral Transcendente Meditatie (TM) heeft zoveel succes, dat degenen die toetreden er graag hoge prijzen voor betalen. Veel BV's en buitenlandse beroemdheden (o.a. Oprah Winfrey)zijn lid, maar een wetenschappelijke basis voor de claims is alsnog niet voorhanden.

De beruchtste is Scientology, die door Hubbard gesticht werd. Hij was een SF-schrijver die van fiction een fact maakte, veel volgelingen kreeg en schatrijk werd.

In België is een lange lijst "psychotherapeutische sekten of charlatans" actief.

De hel van Bekkevoort

Wij volgen het verhaal van Remco, die zich liet vangen door een zekere Drazen, die van zijn volgelingen absolute overgave eiste en ook nog kreeg. Dat geeft Detraux de kans om uitgebreider te spreken over "hersenspoeling".

Kinderen en sekten

Dit is een hoofdstuk dat je als lezer liefst zou overslaan. Inderdaad, als je één laag van de bevolking kunt hersenspoelen en misbuiken, dan zijn het kinderen. Het voorbeeld-verhaal speelt zich af in Oost-VLaanderen in 1988 en is niet opbeurend. Er wordt kinderen aangepraat dat er duivels in de geburen zijn die ze moeten uitdrijven. Angst is één van de grote overtuigingsmiddelen die gebruikt worden om dingen te laten geloven en doen. Denk maar aan de angst voor de hel die de gelovigen van de Bijbelse godsdiensten werd aangepraat.

Om indoctrinatie te illustreren, vertelt de auteur over de Primitieve Kerk van België.

 

Hoe geraak je ervan af?

Detraux is hulpverlener. Hij leerde wat er helpt, maar ook wat niet helpt. Hij heeft zelf ondervonden hoe moeilijk het was om de sekte los te laten en ook wat het kostte om daarna depressies en andere psychische storingen de baas te blijven. Deprogrammeren was een lange tijd in de mode, maar hielp niet en bovendien was het kostelijk.

Belangrijk is het dat men het vertrouwen wint van het sektelid, dan pas kan men proberen hem of haar te tonen dat wat ze hem/haar doen geloven nergens op slaat.

Hij eindigt met een apart hoofdstuk over radicalisering, hoe een persoon zo ver komt en welke strategieën degenen die de volgeling gaan misbruiken hanteren.

Er zijn bibliografische referenties, maar geen trefwoordenregister.

 

 

 

 

 

 

 

Goed zoals je bent - De psychologie van het zelfvertrouwen

Goed.png

 

GOED ZOALS JE BENT

 

De psychologie van het zelfvertrouwen

 

auteur; Frederike Mewe

non-fiction

uitgeverij: Ten Have

recensente: Gerda Sterk, lid van VJV, Humanistisch Verbond, SKEPP

XXX

 

Trek je minder aan van wat anderen over je denken. Wees mild voor jezelf. Je bent geen superwoman. Die vrouw bestaat enkel in de fantasiewereld.

 

Zelfvertrouwen

Mewe stelt in haar inleiding dat het niet zozeer de goedkeuring van de anderen is die zelfvertrouwen geeft, je moet vooral een liefdevolle verhouding hebben met jezelf. Wie dat als kind al niet had - ze neemt zichzelf als voorbeeld - die wordt het slachtoffer van pesterij. Als je met ouder worden nog altijd even streng bent voor jezelf, dan zal je niet veel vriendinnen hebben en dan is de kans klein dat je een partner voor het leven vindt.

Perfecte vrouwen

Mewe is een ervaringsdeskundige, maar ook psycholoog. Zij is dus uitermate geschikt om de vrouwen tussen de 30 en de 45 jaar die ze al 20 jaar op haar praktijk ziet, inzicht en raad te geven. De maatschappij, maar vooral de vrouwen zelf zijn zó streng over hun rol als moeder, huisvrouw en werkneemster, dat psychische problemen dikwijls een gevolg zijn.  Depressie en burn-out houden verband met het negatieve zelfbeeld.

Deel 1

Ze gaat na hoe dit negatieve zelfbeeld tot stand komt. Zelfs als je in een liefdevol gezin opgroeit, kan het nog gebeuren dat je jezelf te min vindt, dat je het gevoel hebt dat je niet aan verwachtingen voldoet, dat je alle taken even goed wil doen. De verregaande invloed van de moderne wereld is evenmin te onderschatten, dat leert ook het boek van Alain de Botton: "Hoe overleef ik de moderniteit". 

Deel 2

Al beslaat het eerste deel evenveel bladzijden als het tweede, toch is dit het belangrijkste deel, want hier gaat ze op zoek naar oplossingen: hoe kunnen we leren méér van onszelf te houden? Zo is het belangrijk patronen te herkennen om ze te kunnen doorbreken. Ben je een Pusher, of heb je eerder een klein kind in je? Ben je een Pleaser, of eerder een Zorger? Controleer je graag, voel je je voor alles verantwoordelijk, ben je eerder spiritueel of rebels? Mewe kadert 17 "subpersonen" in, met daarnaast de tegendelen. Pas als je weet wie je bent, kan je dat hardnekkige patroon doorbreken.

Uitwerking

Ze gebruikt zichzelf zeer dikwijls als voorbeeld. Voorbeelden van - meestal - meisjes en vrouwen staan cursief afgedrukt. Tegen een grijze achtergrond staan oefeningen. Soms geeft een afbeelding beter weer wat ze wil aantonen.

Het boek is vooral bedoeld voor iedereen die zich herkent in de inleiding. Maar zelfs als je nooit geplaagd werd op school en geen tekort hebt aan zelfvertrouwen, dan valt er toch wel iets op te steken van haar uitleg, zodat je meer ontspannen in het leven staat. Belangrijkste boodschap en oefening: trek je minder aan van wat anderen over je denken en word milder voor  jezelf!

 

Passie - Het verschil tussen leven en bestaan

b_800_600_0_0_0_images_artikelfotos_april2022_Passie.png

 

PASSIE

Het verschil tussen leven en bestaan

 

auteur: Rudolf Hecke

non-fictie

uitgeverij: Ertsberg

recensente: Gerda Sterk

XXXX

 

Rudolf Hecke had zichzelf in de rij kunnen opnemen: gedurende 5 jaar is hij met dit onderwerp "gepassioneerd" bezig geweest. Verder schrijft hij behalve boeken, ook nog liedjesteksten én hij is een zanger/performer. 

26 uitverkorenen bevolken de inleiding

In zijn carrière is Hecke met veel mensen in contact genomen. In de inleiding stelt hij ze aan ons voor, tenminste diegenen die een indruk op hem nagelaten hebben, dié mensen die hun leven uitbouwden gedreven door hun passie. Zij die zeggen dat ze zonder die drang nooit de essentie van hun zijn hadden bereikt. 

Iedereen zegt in het kort wat passie is en wat het begrip voor hun leven betekende. Voor 1 persoon staat de sterfdatum naast de geboortedatum: Dixie Dansercoer (1962-2021). 

Damascusmoment

Dan volgen 21 hoofdstukken waarin iedereen door elkaar op vragen antwoordt, vragen die Hecke niet op een papier voor zich had liggen. Enkel de laatste vraag stelde hij aan nagenoeg iedereen: wat was het gelukkigste moment in uw leven?

De eerste vraag behelst het Damascusmoment:wanneer openbaarde de zin van het leven zich voor jou? Wat was een kantelmoment? Voor Bart van Loo (schrijver en verteller) is dat iets totaal ander dan voor bv. Delfine Persoon (bokser), Catherine De Bolle (politie), Peter Goossens (chef-kok), Frank De Winne (astronaut), Johan Bonny (bisschop)... om er maar een paar te noemen. Er komen allerlei onderwerpen aan bod, die allemaal iets met passie te maken hebben. Louis Tobback noemt als ingredient van de passie de nieuwsgierigheid,  Sam Dillemans beseft dat je niet zonder discipline kan, Michel Vandenbosch vindt dat je niet zonder empathie mag leven. Maar op de vraag of passie en empathie hand in hand gaan, of passie het behalen van particuliere doelen beoogt of het ten dienste staat van het algemeen goed, daarop heeft weer iedereen een ander antwoord. 

Vlaams

Je bent gewoon aan een vernoordnederlandst taalgebruik en daarom stoort het Vlaams tijdens de eerste bladzijden. Al snel maakt die lichte irritatie plaats voor een soort trots: kijk, de Noordnederlanders palmden de taal in, maar er is niks mis met iemand die klodden verf smijt, goesting heeft, zeggen dat het kot te klein is, niet meer weet waar kruipen, spreekt van de Vlaanders en opmerkt dat: schone liedjes duren niet lang... Dankzij die ongedwongen spreektaal, hóór je de ondervraagden antwoorden. Ik vind het deshalve een beetje spijtig dat de jij-vorm overal gebruikt wordt i.p.v. de gij-vorm, die intussen in de geschreven taal compleet in onbruik geraakt is, maar in de gesproken taal helemaal niet.  

Waarom lezen?  

Het boek is een aanrader omdat het je doet nadenken en dat is altijd meegenomen! Het is geen spannend werk dat je in één adem uitleest. Leg het op het salontafeltje en neem het vast bij dat kopje koffie in de namiddag. De meningen botsen, vullen elkaar aan en openen af en toe de ogen voor die fake cultuur van het verplicht"genieten".